Een actie-onderzoek. Met Maurice Specht, Kees Fortuin, Harrie Vendeloo, Karlijn Schippers en Theo van Wieringen. In opdracht van Stichting De Verre Bergen.
Dit rapport gaat over bewonersinitiatieven, en ook weer niet. Het gaat over plekken en voorzieningen die door bewoners geïnitieerd en gecreëerd zijn, maar die je eigenlijk geen initiatief meer kunt noemen. Ze bestaan namelijk al een tijdje. Het pionieren heeft plaats gemaakt voor praktische routines en bewustere keuzes en aanpakken, al blijft improvisatie nog steeds een belangrijk kenmerk van hun manier van werken. De drive van de betrokken vrijwilligers en sociale en culturele ondernemers is nog steeds het plezier en de trots van zelf en samen iets moois en nuttigs maken, een echte zelforganisatie te zijn. Maar het nieuwe is er af en daardoor is er niet alleen minder aandacht van buitenstaanders (ambtenaren, maatschappelijke organisaties, wetenschappers en media), maar zijn er ook minder geldpotjes beschikbaar voor de betaling van de vaste lasten en de verdere ontwikkeling van de activiteiten. Want gemeente en fondsen ondersteunen graag ‘bewonersinitiatieven’ in de buurt, maar liefst eenmalig aan iets met het label ‘nieuw’ of ‘innovatief’. De liefde voor sociaal ondernemende bewoners is hevig maar kort.
De vragen
Kan het ook anders? Zijn er manieren om zorgvuldiger en liefdevoller om te gaan met deze zelforganisaties, inclusief de mensen die zich daarvoor inzetten. Met andere woorden: wat is er voor nodig om mensen en hulpbronnen niet uit te putten, maar de voorwaarden te creëren voor continuïteit, ontwikkeling en het vinden van nieuwe mensvriendelijke energiebronnen. En daarmee voor verduurzaming van deze zelforganisaties en de door hen gecreëerde publieke plekken. Niet omdat alles wat ooit eens begonnen is, voortgezet moet worden, maar op basis van de vastgestelde (meer)waarde: een plek met een goed verhaal.
De plekken en de aanpak
Om antwoord te vinden op deze vraag hebben we onderzoek gedaan bij verschillende types Rotterdamse zelforganisaties die een plek beheren. Het Prachthuis in Overschie (een wijkgebouw in zelfbeheer), Speeltuin Jeugdveld in Zuidwijk, Rotterdamse Munt (een stadskwekerij) in Feijenoord, Hockeyclub Feijenoord en Taikwondovereniging Abdelkwam in Hillesluis (sportverenigingen met extra maatschappelijke doelen), Leeszaal Rotterdam West en Afri-Cultuur (onze naam voor een verzameling cultuurinitiatieven in de Afrikaanderwijk). In het onderzoek stond het dagelijkse functioneren centraal. We hebben veel observaties uitgevoerd, praatjes gemaakt, interviews gehouden, groepsgesprekken georganiseerd, en – zeker in de speeltuin – een handje toegestoken. Van de Leeszaal is ook een analyse gemaakt van de financiën en de maatschappelijke opbrengsten.
Betrokken, kritische en praktische meedenkers
Het was een vorm van actie-onderzoek, niet alleen bedoeld om kennis te vergaren en inzicht te ontwikkelen, maar ook om de onderzochte initiatieven te ondersteunen en hen te helpen reflecteren op hun eigen praktijken. En dat uiteraard vanuit onze eigen onderzoeksvragen en vanuit de zoektocht naar goede manieren om dit soort initiatieven te ondersteunen, vertrekkend vanuit hun eigen mogelijkheden. Initiatieven van bewoners zijn sterk in ontwikkeling, er is geen vast kader van waaruit je ze kunt bestuderen. Dus hebben we als onderzoekers ook onze eigen ervaringen en betrokkenheid ingezet om samen met de initiatieven te reflecteren op hun praktijken. We zijn betrokken meedenkers geweest, maar wel onafhankelijk. We voelden ons vrij om kritische vragen te stellen en in van alles en nog wat rond te neuzen.
Download rapport: de pioniersfase voorbij